Herfst in Berlijn is misschien nog mooier dan de zomer. En dat wil wat zeggen.
Het licht is zachter in het najaar, het publiek op en rond het Museumeiland ook.
Berlijn is ingedeeld in verschillende districten, ieder met zijn eigen identiteit. Ik woon in hartje Mitte. Het oude Oosten als het ware. Slechts een brug en een straat scheiden me van het fameuze Museumeiland. Op zondag flaneer ik er zeer graag. Het is er dan boek-en antiekmarkt. Het antiek is aan de kitscherige kant, maar de boeken bijna allemaal aan één Euro. Ik tracht, maar kan niet met lege handen naar huis komen. Vandaag is geen uitzondering:
Ik ben wat blij met mijn handleiding voor een Trabantje, vooral met alles wat erin zit: persoonlijke aantekeningen en krantenknipsels. Altijd een feest! Ik koop ook nog een exemplaar van Jedermann uit 1947. En zelfs nog rode satijnen handschoenen. Het kan niet anders of ik ben in een serieuze Ostalgische bui. Kostprijs van dit alles is 12 Euro . Dat overstijgt ver mijn zondagse budget maar ik ben in een gulle bui vandaag.
Aan de Humboldt universiteit op Unter den Linden staan ook altijd een paar zeer goeie boekverkopers. Op weg daarheen kom ik een aantal oude bekenden tegen:
Ik kan het ook niet laten om weer een kijkje te nemen in de Neue Wache.
Het (uitvergrote) Moeder en Kind beeld van Kathe Kollwitz weet me iedere keer ontzettend te ontroeren. Het is een ode aan alle slachtoffers van de oorlog. Elke oorlog. Kollwitz verloor haar zoon in de eerste wereldoorlog. Hij was amper 18 jaar oud. Het beeld staat onder een open gat in het dak, zodat het altijd onderhevig is aan regen, wind, zon en sneeuw. Het is helaas nog steeds brandend actueel.
Ik slik mijn ontroering weg. Mijn rugzak ondertussen nog ietwat verzwaard door twee boeken van voor mij onbekende auteurs:
Niet toevallig hebben deze boeken de zee als onderwerp. Ik ben nog niet zolang terug van een vakantie naar Belize en Mexico waar ik hoofdzakelijk in gezelschap van zeebiologen verkeerde. Heb ook nog gezwommen in het gezelschap van nurse sharks, walvishaaien, zeeschildpadden en nogal wat andere zeebeestjes. Dat doet blijkbaar wat met een mens.
Ik laat het Museum van de Duitse geschiedenis rechts van me en wandel terug via de Platz der Märzrevolution waar ik nog mooie ontmoetingen heb met o.a. Schiller, Gorki en Von Kleist. De lucht is staalblauw.
Even voorbij de Strandbar aan het Bode Museum, besluit ik nog een bezoekje te brengen aan de splinternieuwe galerij Bernheimer Contemporary – het is tenslotte Berlin Art Week- en word er als het ware omvergeblazen door het werk van de Italiaanse Annemarie Delleg.
Haar werk is van een intensiteit dat ik niet meer zo vaak tegenkom in de hedendaagse kunst. Het is Art Brut op z’n best.
Thuis wacht me een opgewekte zoon, die me meteen in de Minecraft wereld gooit, mijlenver verwijderd van de Ostalgie waarin ik zoëven nog vertoefde.
Laat de herfst maar komen. Ik denk dat ik er klaar voor ben.